De jaarlijkse zomervakantie naar de Chamonix valei is dit jaar pas gepland voor eind augustus tot begin september. Het verlangen naar de bergen is bijzonder groot en dat kunnen de wekelijkse uitstappen naar de Ardennen slechts in beperkte mate opvangen. Ik heb dan ook niet veel bedenktijd nodig wanneer ik dinsdagavond plots de kans krijg om een weekje te gaan stappen in Frankrijk. Woensdag ochtend wordt de trekking geselecteerd. Het wordt er één met als beginpunt Saint-Véran in het natuurpark van Queyras (www.queyras.com) en als eindpunt La Grave in de Dauphine.
De trekking staat beschreven in het boek 'Trekking in de Alpen - Achtien fascinerende trektochten door vijf landen' van Stefano Ardito. De stopplaatsen zijn Saint-Véran - Ceillac - Bramousse - Refuge de Furfande - Saint-Crépin - Freissinières - Vallouise - Le Monêtier-les-Bains - La Grave. De trekking loopt vooral over GR paden: GR 58, GR 58A, GR 541 en tot slot GR 54. Om toch iets of wat voorbereid aan de trekking te kunnen beginnen gaan we donderdagnamiddag nog even langs bij boekhandel 'Atlas & Zanzibar' (www.atlaszanzibar.be) in Gent om er wat IGN kaarten te kopen. Om de volledige tocht op kaart te kunnen volgen neem je best volgende kaarten uit de IGN Top 25 reeks mee: 3637 OT (Mont Viso), 3537 ET (Guillestre), 3437 ET (Orcieres-Merlette), 3536 OT (Briançon) en tenslotte 3436 ET (Meije Pelvoux).
Vrijdag ochtend even na vijf zijn we met ons drieen reeds op weg met de auto. Gent - Brussel - Luxemburg - Nancy - Metz - Dijon. Bij dit traject moet ik al een tijdje niet meer nadenken. Net voor Lyon via de A46 naar de baan richting Grenoble. Tenslotte richting Briançon waar we in een grootwarenhuis nog wat voedsel opslaan voor ons eerst avondmaal in de open lucht en dan verder tot in Saint-Véran, het hoogste dorpje van de Alpen.
Het is ondertussen reeds zes uur en we beslissen nog een stukje te wandelen om dan onze tenten op te slaan in de vrije natuur. Het is onze eerste meerdaagse trekking, het is al weer een tijdje geleden dat we nog kaarten in onze handen hebben gehad en de GPS (een Garmin Vista) zal tijdens deze trekking pas voor het eerst echt gebruikt worden. Dit alles zorgt ervoor dat we een halfuurtje ter plaatse over en weer aan het lopen zijn op zoek naar het begin van onze trekking. Nog niet voldoende vertrouwd met de GPS geloof ik deze niet wanneer hij vertelt dat we een paar kilometer verwijderd zijn van ons echte beginpunt (ik zal wel iets fout gedaan hebben met het coordinaten systeem of met de kaartdatum zeker?). De GPS was echter juist ingesteld (UTM UPS, WGS 84) en na een tijdje begint onze euro langzaam te vallen en besluiten we met de auto de echte beginplaats op te zoeken. Saint-Véran heeft een parking (32 T 0330823 4951753) waar je de wagen gerust een week of langer kan laten staan. Vanuit Saint-Véran dalen we af naar de Pont du Moulin en beginnen vervolgens via de GR 58 aan onze eerste beklimming. Onze eerste beklimming zal ons zo'n 800 m hoger naar de Col des Estronques (2651 m) brengen. Reeds van in Saint-Véran hebben we er een reisgezel bij: een hongerige hond. Nadat we hem wat eten hadden gegeven was hij vast besloten ons niet meer uit het oog te verliezen. Na een 20 tal minuten vinden we een gepaste plaats voor onze eerste bivak (32 T 0329668 4951237). Een mooi plat stukje grond tussen twee kletterende riviertjes. De pasta met pesto (afgewerkt met wat extra room) gaat vlot binnen.
Etape 1: Saint-Véran - Le Ceillac
's morgens worden we wakker met het geluid van het tikken van regendruppels op een strak gespannen buitenste tentzeil. Onze nieuwe reisgezel heeft besloten bij ons te blijven en slaagt er zelfs in mij mijn warme chocolade melk te ontnemen nog voor ik er van kunnen proeven heb. In de regen beginnen we dan maar aan onze eerste klim. De poncho die ik twee dagen voordien bij AS Adventure (www.asadventure.com) had aangekocht bewijst al onmiddellijk zijn nut. Tegen de middag wordt het toch droger. 800 meter hoger, nog steeds in het gezelschap van onze volgzame hond, bevinden we ons op de Col des Estronques. Een stevige, frisse wind zorgt ervoor dat wat warme chocolade melk en wat soep extra lekker smaken. Het brood met Reblochon smaakt al even lekker. Aan de andere kant van de col beginnen we aan een lange afdaling naar Le Ceillac (zo'n 1000 m lager). In Ceillac kunnen we via een telefoonnummer op de halsband van onze hond zijn eigenaar (in Saint-Véran) bereiken en enige tijd later is de hereniging tussen hond en baasje een feit.
In Ceillac zijn er enkele winkels. In de plaatselijke superette kiezen we ons avondeten (alweer pasta).
Achter de kerk en bijhorend kerkhof starten we op het pad van de tweede etape. Rechts van het pad merken we een tiental meter hoger een mooie bivakplek op waar we onze tenten opzetten. (32 T 0323400 4949300 - afgelezen van de kaart wegens vergeten een waypoint te markeren).
De tweede etape begint met een steile klim door een bos. Eens boven het bos uitgekomen volg je de GR 58 verder tot aan de Col de Bramousse (2551). Na de col begint de afdaling richting Bramousse. In Bramousse zelf zijn geen winkels maar in de plaatselijke Gîte d'étape kunnen we wat brood, kaas en fruit kopen. Normaal stopt de etape hier reeds maar na een verfrissing in de tuin van de Gîte besluiten we om nog een stukje verder te stappen richting les Escoyères. Hiervoor daal je eerst een 300-tal meter om vervolgens een 350 meter te stijgen. Bij het dalen kan je de baan nog vermijden door een bospad te volgen, maar bij het klimmen heb je geen keuze: 31 haarspeldbochten langs een baan. We hadden gehoopt via autostop tot in Les Escoyères te geraken maar daar kan je beter niet al te veel hoop op stellen. Les Escoyères is een dorpje van slechts een tiental huizen. Het binnenwandelen in het laagste gedeelte van Les Escoyères doet vrij raar aan. We komen op een soort binnenplein tussen huizen terecht maar in geen van de huizen is enig teken van leven te bespeuren. Een paar honderd meter verder passeer je het kerkje Ste. Marie Madeleine en kom je in een tweede deel van Les Escoyères. Het frisse water van de fontein aldaar doet ontzettend deugd. Hier komen we een aantal mensen tegen die een huis aan het renoveren zijn. Zij geven ons een gouden tip: wanneer je voorbij de fontein nog een 50-tal meter verder stapt vind je een uitstekende plaats om te bivakkeren. Achter een kapelletje vind je een plat stukje grond dat omsloten wordt door een soort dijken (32 T 0321130 4954139). Je bent er perfect beschut tegen de wind. Van dezelfde mensen die het huis aan het opknappen waren krijgen we nog twee dozen melk, net voor ze terug afdaalden. Wanneer zij ook nog vertrekken hebben we het dorp voor ons alleen. Het is echt de moeite om bij valavond nog een korte avondwandeling te maken in de volstrekte rust die er heerst. Gezeten op een van de vele boulders die er verspreid liggen over de in terassen aangelegde weiden kom je volledig tot rust.
Etape 3: Bramousse - Refuge de Furfande
Etape nummer 3 leidt ons naar de Refuge de Furfande (2293). Het uitzicht is er prachtig, en nog maar een voorsmaakje van wat je gedurende etape 4 te wachten staat. Doordat we de vorige dag al wat verder doorgestapt zijn tot in Les Escoyères hebben we vandaag een vrij rustige dag. Hierdoor bereiken we even na de middag de Refuge de Furfande reeds. We kunnen niet weerstaan aan de tartiflette die er op het menu prijkt en even later zitten we buiten voor de refuge tartiflette (weliswaar zonder spek want twee van ons drieen zijn vegetariers!) te eten. Het prachtige uitzicht doet deze lunch nog beter smaken. Om even de conditie te testen loop ik in 23 minuten nog even heen en weer naar de col de Furfande (2500). Misschien had ik het beter niet gedaan want bovenaan kom ik aan het einde van een autoweg terecht! Dit doorbreekt de magie toch wel even.
's avonds nemen we nog avondmaal in de refuge en bivakkeren we vervolgens achter de refuge (32 T 0318818 4955266). Je betaalt hiervoor weliswaar 3 euro per persoon maar je kan dan toch gebruik maken van het sanitair etc. Na een ontbijt genomen te hebben in de refuge beginnen we de volgende ochtend aan etape 4.
Etape 4 volgt de GR 541 tot in Saint-Crépin. Het eerste gedeelte van de wandeling is bijzonder mooi. Je loopt er doorheen de velden en tussen de alpages. Een korte beklimming leidt naar de Col Garnier (2279). Het is ondertussen beginnen regenen en dus worden de poncho's bovengehaald. Vanaf de col begint de lange afdaling van 1380 hoogtemeters naar Saint-Crépin. Jammer genoeg verloopt een groot deel van deze afdaling over een autoweg. Door de eentonigheid van de lange afdaling over asfalt missen we ergens een zijweg en belanden we in Eygliers. Gelukkig krijgen we langs de grote baan tussen Eygliers en Saint-Crépin al snel een lift aangeboden. De 4 km tussen Eygliers en Saint-Crépin leggen we af in het hippie-busje van een rondtrekkende Franse straatartist. Saint-Crépin is niet echt groot maar het herbergt toch een kruidenier en een bakker (rechterkant van de grote baan wanneer je Saint-Crépin binnenkomt). Na een kwartiertje uitblazen doen we onze inkopen bij 'Joseph Morel'. Naast de winkelkassa en de producten heeft deze winkel sinds wereldoorlog twee waarschijnlijk niet veel veranderingen meer gezien. De eigenaar ervan is reeds ver boven de pensioengerechtigde leeftijd. We kopen er wat pasta, verse groenten, kaas voor morgen, etc. In de bakkerij twee huizen verder kopen we ons ontbijt voor morgen: lekkere croisants.
Na wat zoeken vinden we niet echt een geschikte bivakplaats en dus wordt het de plaatselijke camping (32 T 0310188 4953047). Na de dagen in de vrije natuur zitten we niet echt te wachten op de drukte van zo'n camping. De douches maken echter een stuk goed.
Vandaag staat een korte etape van slechts 3 uur op het programma. We moeten 's morgens in de regen onze tenten afbreken en wanneer het regenen iets vermindert gaan we dan toch maar op stap. De etape begint al onmiddellijk met asfalt en gezien de regen en ons avontuur van gisteren hebben we daar niet zoveel zin in. Al vlug krijgen we een lift aangeboden. Een dame die eigenlijk slechts een paar 100 meter van haar bestemming verwijdert is brengt ons maar liefst 12 km verder naar onze eindbestemming. Het weer is ondertussen wat beter geworden en door de lift zitten we een stuk voor op schema. Hierdoor hebben we nog de tijd om de via ferrata 'de la grande falaise' (www.viaferrata.org/france/c3f21fresis.htm) te Freissinières te doen. In de 'Gîte de groupe' in Freissinières kan je voor 9 euro per persoon het nodige materiaal huren (klimgordel, helm, via ferrata set). Via de baan kan je een padje bereiken dat naar het begin van de via ferrata leidt, of je kan via de velden (vrij steil omhoog) de baan vermijden. Je moet toch op een 45 minuten rekenen om de start te bereiken vanaf de Gîte. Net voor het begin moet je nog eens 3 euro per persoon betalen om gebruik te kunnen maken van de via ferrata. Het geld is echter zeer goed besteed want het is een heel mooie en goed onderhouden via ferrata. De omschrijving op www.viaferrata.org luidt: 'La toute première via ferrata en France. Forte impression de vide dans certains passages. Construite par Lionel Condemine en 1988, elle est l'une des plus belles ferrata française.'. Je kan tot 7 uur terecht bij de kruidenier en bakker in Freissinières. Bij de kruidenier kopen we een nieuwe voorraad pasta, wat verse groenten en kaas voor de volgende dag. Bij de bakker kopen we nog croissants en chocolade koeken die garant staan voor een goed begin van de volgende dag. Een goede bivak plaats vind je als je aan de T op het einde van Freissinières naar links gaat en de baan een 100 meter volgt om vervolgens via een brug de rivier op jouw linkerkant over te steken. Aan de overkant volg je de rivier nog een 50 tal meter stroomopwaarts. Je kan er vlak naast het pad slapen (32 T 0304250 4958304) of het iets hoger gaan zoeken. We zoeken het eerst iets hoger maar keren vervolgens toch op onze stappen terug. Het voordeel van de plaats naast het pad is dat het gras er minder lang is (bijgevolg ook minder insekten) en je dicht bij het water bent. Je kan er je drinken koelen en water halen (voor de pasta). |
Onze zesde etape begint met een korte ontmoeting met iemand van de dienst voor bosbeheer in Freissinières. Wanneer hij hoort dat we slechts voor een nacht bivakkeerden heeft hij daar niets op tegen en wenst hij ons een prettige tocht.
Op het einde van het dorp (1181) is er een T-kruispunt (aan de bakker) waar we de baan naar rechts volgen. Het gaat dan via de GR 50 - GR 541 langs de dorpjes les Roberts (1413) en les Aujards via een bosweg omhoog naar de Col des Lauzes (1837). Na de col dalen we af naar het dal van de Fournel (1326). Eens de Fournel overgestoken beginnen we aan een nieuwe klim naar de Col de la Pousterle (1763). Deze klim loopt voor een groot deel over de baan en is niet zo heel erg aangenaam. Voorbij de Col de la Pousterle verlaten we de GR 50 en doen we achtereenvolgens Prey d'Amont (1629), Prey d'Aval (1513), Les Pres (1408), Puy Saint Vincent (1400) en tenslotte de eindplaats van deze etape, Vallouise (1164) aan.
Deze etape heeft mijn twee lotgenoten nogal vermoeid en we beslissen op een camping te overnachten (32 T 0301698 4968354). Mijn twee lotgenoten beslissen eveneens om de twee laatste etapes niet meer te lopen en in plaats daarvan wat uit te rusten en de laatste dag nog eens het avontuur op te zoeken via rafting.
Valloise is een groter dorp dan de dorpen die we tot nu toe tegengekomen zijn en je vindt er verschillende winkels en zelfs een geldautomaat.
Het boek met de beschrijving van onze trekking raadt aan de etape van vandaag in te korten door een lijnbus te nemen. Liften is natuurlijk ook mogelijk en bij de eerste auto die stopt is het al meteen prijs. Ik krijg een lift tot aan het einde van de autoweg, waar de echte wandeling start.
In een bijzonder mooie vallei volg je de GR 54 naar de col de Frejus (2374) en verder naar de col de l'Eychauda (2425). Ik doe deze klim 's morgens vroeg in alle rust. Jammer genoeg verandert de mooie natuur voorbij de col de l'Eychauda in een landschap vol skipistes en kabelliften. Het smalle padje van voor de col is nu plots een pad van 15 meter - een skipiste dus - geworden. Bovendien is men met zwaar materiaal aan het werken aan een kunstmatig meer. Al lopend dan maar afdalen en dit stukje zo vlug mogelijk vergeten. Vanaf 'le Bachas' (2177) daal je verder via een bos af en wordt het opnieuw wat aangenamer stappen. Hier kon de markering van de GR dan weer wat beter.
Rond de middag bereik ik dan Le Monêtier-les-Bains. Bij het bureau van tourisme bekijk ik de weersvoorspellingen voor morgen en tot mijn grote teleurstelling worden zware onweders voorspeld voor de volgende dag. Ik begin dan maar informatie te zoeken over hoe ik met de bus in La Grave kan geraken. Dat blijkt niet zo moeilijk te zijn maar ik had zo uitgekeken naar de laatste etape! Ik sla nog even een babbeltje in het plaatselijk gidsenbureau waar ze me aanraden gewoon de volgende ochtend af te wachten. Uitstekend idee.
Nu nog een plaats vinden om te overnachten. In Le Monêtier-les-Bains zelf is er geen camping. Op de kaart staat in het dorp Le Casset (zo'n half uurtje verder stappen) wel een camping aangeduid maar die blijkt ondertussen niet meer te bestaan. Volgens de mensen van het bureau van tourisme is wild kamperen echter geen enkel probleem in Le Monêtier-les-Bains of langs het pad naar Le Casset: er is zelfs plaats voor voorzien. Aangezien ik er nu alleen voorsta en gezien het voorspelde slechte weer voor de volgende nacht besluit ik toch maar de rust van de Gîte d'étape Le Flourou in Le Monêtier-les-Bains op te zoeken (32 T 0303593 4983114).
Ik ben de allerlaatste die er nog bij kan en moet me daardoor beneden in een zaal installeren met mijn slaapzak. Een matras krijg ik wel. Treurig ben ik hier helemaal niet om. De rust die ik hier vind had ik nooit gekregen in één van de slaapzalen.
De eigenaars van de Gîte zijn heel vriendelijk: ik krijg zelfs een aangepast vegetarisch avondmaal en op de koop toe advies voor mijn volgende etape van de eigenaar die tevens ook gids is.
De laatste dag begint rond 7 uur met een stevig ontbijt in de Gîte d'étape Le Flourou en met - tegen de verwachtingen in - niet zo slecht weer. Het is tamelijk bewolkt maar het weer ziet er toch niet echt dreigend uit en na enig overleg met de eigenaar van de Gîte vertrek ik voor de laatste etape (7,5 uur volgens mijn beschrijving). Het is een tocht met een 1000 tal meter klimmen, een 1000 tal meter dalen en ongeveer 20 km weg af te leggen.
Onderweg naar Le Casset (1512) merk ik dat ik zeker niet de enige wildkampeerder zou geweest zijn. Vanuit Le Casset gaat het pad steil omhoog langs de GR 54 in een bijzonder mooie valei met aan de linkerkant de glacier de Casset. De GR 54 volgt een bergriviertje en passeert enkele pitoreske meertjes om tenslotte te passeren aan de 'cabane pastorale' op 2240 meter. Vanaf daar bereik je snel het hoogste punt van de etape: col d'Arsine (2348). Tijdens de lange afdaling die daar begint kan je nog eens ten volle van de omgeving genieten. De watervallen die langs de linkerkant van de vallei vanop aanzienlijke hoogte naar beneden storten zijn oogstrelend. Onderweg passeer je nog de refuge de l'Alpe de Villar-d'Arène.
Bij het verlaten van het parc Les Ecrins staat me toch weer een desilusie te wachten. Over een lengte van enkele honderden meter is de valei een waar stort geworden. Zowat overal verspreid liggen hopen opgebroken asfalt, restanten van stalen pilonen en ander afval. Onbegrijpelijk!!
Nog enkele honderden meter verder trek je opnieuw het bos in kan kan je terug volop van de rust genieten met op de achtergrond het geluid van het stromend water van de Romanche. Onderweg passeer je nog Villar d'Arène (1650).
Zes en een half uur nadat ik in Le Monêtier-les-Bains ben vertrokken kom ik aan op mijn eindbestemming, La Grave (1474). De voorspelde regen heeft mijn tempo tijdens deze laatste etape wat omhoog gedreven. Door niet te veel tijd te verliezen onderweg en af en toe een stukje te lopen bereik ik La Grave terwijl de eerste druppels beginnen te vallen. Niet veel later gaan alle hemelsluizen open. En zo eindigt deze trekking zoals hij begonnen is: in de regen...
Please send feedback about this page to: Kristof Verniers Last update: 14604 577594 |